De kerk na corona

Ik heb vandaag een afspraak gemaakt om me te laten vaccineren. Ik moet bekennen dat ik de afgelopen maanden nogal corona-moe was. Op een gegeven moment was ik het corona-nieuws dan ook compleet beu. Met het uitzicht op een vaccinatie komt er weer ruimte, in ieder geval in mijn hoofd. Als ik dan naar India kijk, besef ik me tegelijkertijd dat ik bevoorrecht ben en er een goed vaccinatie programma in Nederland is opgezet (ondanks alle kritiek die er op is geweest de afgelopen weken).

Tijdens de afgelopen maanden heb ik elke zondag digitaal verschillende diensten bijgewoond. Kerken bleken zich relatief snel aan te passen aan de nieuwe situatie. De bekende diensten op zondag kwamen bij veel mensen de huiskamer binnen. Dat leverde in sommige gevallen zelfs meer kijkers om dat de pre-corona tijd. Hoewel het gevoel van gemeenschap onder druk kwam te staan, zaten er zeker ook positieve kanten aan. Andere kerken gooiden het over een andere boeg en kwamen in kleinere groepen bij elkaar. Met in achtnemingen van de corona maatregelen, soms in de huiskamer en soms via Zoom of Teams.

Nu het einde van de crisis in Nederland in zicht komt, vragen kerken zich steeds meer af hoeveel mensen er uiteindelijk gaan terugkomen naar de kerkdiensten. Neemt het aantal mensen dat deelneemt aan de kerk door de corona crisis nog meer af? Die angst speelt onderhuids in vele kerken zeker.

Ik las daarover twee boekje met die elke geheel andere insteek hebben. Beide boekjes spreken mensen aan die in deze tijd nadenken over wat de kerk in de kern is.

Het boekje ‘Herkerken’, geschreven door Remmelt Meijer en Peter Wierega, zegt dat het roer na corona om moet. De crisis is een kans om als kleinere gemeenschap door te gaan. De nadruk ligt op het familie zijn. Meijer en Wierenga noemen het ‘broedplaatsen van de liefde’. Daarbij sluit het aan bij gedachten die al langer spelen bij kerken. Om aansluiting te zoeken bij de huidige cultuur is het nodig om dichterbij mensen te komen. De auteurs pleiten voor eenvoud in de samenkomsten, zodat de relatie tussen de deelnemers kan groeien.

Het boekje ‘Daarom ga ik naar de kerk’ geschreven Alfred van de Weg, kiest een geheel andere weg. Van de Weg pleit voor het verdiepen van wat in de pre-corona tijd kerkelijk gemeengoed was. Hij legt uit wat de rol van de kerkdienst is binnen het kerkelijk leven. Een christen wordt uitgenodigd om in de rust tijdens de dienst op zondag God en elkaar te ontmoeten. Daarbij grijpt hij terug op de kerkelijke liturgiek uit het verleden en benadrukt de waarde van wat daaruit aan ons is overgeleverd. Hij geeft iets van een opening van vernieuwing, maar dat is zeer beperkt.

Gaat de kerk terug naar wat in pre-corona tijd kerkelijk gemeengoed was of komt er in een versnellend tempo ruimte voor vernieuwing?

Vanuit deze boekjes komt een centrale vraag naar voren: welke ecclesiologie past in deze tijd en cultuur? Kiezen we dan voor de onbekende weg in een veranderende cultuur (Herkerken) of voor het vertrouwde zodat we in een veranderde cultuur houvast krijgen aangereikt (Daarom ga ik naar de kerk)? Daar gaat de volgende blog over.

No-Choice: is er wat te kiezen?

De No-Choice website is nu bijna een week in de lucht. Dit platform vraagt aandacht voor de minstbereikten in de wereld. Er zijn nog steeds mensen die geen christen kennen die hen zou kunnen vertellen over Jezus. Ze hebben dus geen enkele keuze. De video hieronder kijkt naar de missionaire stand van zaken van dit moment. Het benadrukt dat de prioritering van de kerk een onderwerp van gesprek zou moeten zijn. Ik hoor graag hoe jij als lezer hierop reageert.

Waarom de term ‘reverse mission’ uitgebannen moet worden

Voordat ik inga op het uitbannen de term ‘reverse mission’, moet ik eerst even toelichten wat de term betekent. Ik las al vaker over ‘reverse mission’, maar ik kwam het opnieuw tegen in een recent artikel van Samuel Lee dat in DeNieuwKoers verscheen. Samuel Lee is de huidige Theoloog des Vaderlands en onder andere verbonden aan wat we vandaag de dag vaak migrantenkerken noemen. Daarnaast is hij verbonden aan verschillende theologische instellingen. Hij concludeert dat migrantenzendelingen in Nederland precies het zelfde doen als hun westerse voorgangers in het verleden en hij verbindt daar de term ‘reverse mission’ aan. Zoals Europeanen de wereld in trokken om het evangelie te verbreiden, komen nu christenen vanuit de ‘global south’ naar Europa om het continent, dat van God wegdrijft, opnieuw met het evangelie in aanraking te brengen.

Westers missionair werk ook positief labelen

Tot aan het post-koloniale tijdperk was zending vooral een activiteit van ‘the west to the rest’. Lee benadrukt dat deze aanpak niet altijd positief was en zelfs schade heeft aangericht. Dat is zeker waar, maar daarnaast is er vanuit een oprechte betrokkenheid bij missionaire werkers ook veel goed gegaan (check deze link bijvoorbeeld). Men wilde vanuit een diepgaande betrokkenheid bij de niet-christelijke wereld het evangelie delen. Dat er nu vanuit ‘the global south’ mensen naar Europa komen om hier kerken te stichten, is het gevolg van dat missionair werk vanuit het verleden.

Duale benadering in stand houden?

De missionaire activiteit door niet-europeanen naar Europa, met name vanuit de ‘global south’, wordt dus vaak aangeduid met ‘reverse mission’. Let wel, dat juich ik alleen maar toe. Europa seculariseert na de Tweede Wereldoorlog in snel tempo en vanuit het christelijke zuiden en oosten komen mensen naar Europa om gemeenten te stichten (kijk naar deze kerk als voorbeeld). Het christendom bloeit op het zuidelijk halfrond. Het is niet meer dan normaal dat de kerk daar hun verantwoordelijkheid oppakt. Echter door de term ‘reverse mission’ te gebruiken wordt een eenzijdig beeld geschetst van de huidige missionaire richting. Het ‘from the west to the west’ wordt ‘from the south to the west’ en dat doet geen recht aan de mondiale missionaire ontwikkelingen.

Polycentrische zending

Missionair werk kenmerkt zich steeds meer door ‘mission from everywhere to everywhere’ (zie het boek van Fritz Kling, The meeting of the waters, pagina 63vv) . Er is geen centrum meer van waaruit missionair werk haar oorsprong vindt. Zending is polycentrisch geworden en daarom is er volledige missionaire wederkerigheid, of zou er moeten zijn. Brazilianen gaan naar Portugal, Filippijnen zitten in het Midden Oosten, Nederlanders gaan Centraal Azië. In zeker zin benadrukt de term ‘reverse mission’ nog steeds de gedachte dat missie haar oorsprong had in het Westen. De term ‘reverse mission’ blijft in zekere zin hangen in het oude patroon. Ik zou een stap verder willen gaan en elke zendingsactiviteit gelijk willen schakelen: geen verschil tussen noord, zuid en oost.

En Europa dan?

Dat heeft twee gevolgen:

  • Missionair werk vanuit en naar Europa wordt op deze wijze gelijkgeschakeld. Eerder werd in de 70er jaren door de Wereldraad van Kerken een moratorium gevraagd op missionair werk vanuit het Westen vanwege het koloniale verleden. Zeker is de nodige bescheidenheid vanuit het Westen nodig, zodat werkelijk gelijkwaardig wordt opgetrokken, maar dat wil niet zeggen dan vanuit het Westen geen missionair werk gedaan moet worden naar plaatsen waar het evangelie nog niet bekend is. Ook binnen de Nederlandse kerken neemt men de opdracht van Jezus ook in deze tijd serieus.
  • Het Westen ontvangt dus missionair werkers en de kerken uit het Westen zenden mensen uit. In Nederland moet er daarom volledige gelijkwaardigheid bestaan tussen de bestaande lokale kerken en missionair werkers die van buiten Nederland komen. Daar zijn nog zeker stappen in te zetten. In de bovenkerkelijke bijeenkomsten die ik in het verleden bezocht waren de kerken die door niet westerlingen waren gesticht nog steeds grotendeels afwezig. Van beide kanten moet de veranderende wereld nog steeds zichtbaar worden door gelijkwaardigheid en wederkerigheid.

Een kerk die kan

Ben je op zoek naar meer? Veel mensen zijn dat zeker. Ze zijn op zoek zijn naar spiritualiteit, naar diepgaande relaties en betekenis in het leven. Al geruime tijd is de kerk voor deze mensen niet altijd de daarvoor aangewezen plek om deze zaken te vinden. Assen Zoekt is een gemeenschap die wil aansluiten bij deze zoektocht. In het boek ‘Een kerk die kan’ beschrijven Rudolf Setz en Marten van der Meulen de reis die ze samen maken met de bezoekers van Assen Zoekt. Setz is bekend als initiatiefnemer van Stichting Present. Van der Meulen is universitair docent Godsdienstsociologie aan de Protestantse Theologische Universiteit in Groningen. Wat mij in het boek opvalt, is te vatten in twee woorden: relatie en openheid. Wat zeggen beide daarover? De kerk is er voor elk individu, je mag komen zoals je bent. Organische groei in een gemeenschap gaat op basis van kleine daden van liefde tussen mensen. In Assen Zoekt gebruikt men missiegroepen met 15-40 deelnemers als vorm om deze relatie diepgaand te laten groeien. De kerk is een alternatieve familie, wordt ergens in het boek gezegd. Het samen eten is dan ook hét middel om van elkaar als ‘familie’ te genieten. Dat is ook het geheim achter de Alpha-cursus die begint met een maaltijd. De kerk is daarnaast een open gemeenschap. De schrijvers benadrukken dat veel kerken een duidelijke afbakening kennen. Het is helder of je erbij hoort of niet. Assen Zoekt kent deze grenzen niet. Mensen blijven komen, omdat ze aangetrokken worden door de Bron, Jezus Christus. Ze nemen zichzelf en hun achtergrond mee en mogen ontdekken wat het is om Jezus te volgen. De schrijvers noemen dit een inclusieve kerk. Dat dit ook wel eens spanning oplevert, gaan de schrijvers zeker niet uit de weg. Het staat natuurlijk veel meer in. Het boek is het waard om over te reflecteren vanuit de eigen kerkelijke context. Het is een aansporing om met de ideeën te experimenteren en kerken zouden deze pioniers ruimte kunnen geven om er mee aan de slag te gaan. Dat laatste is zeker mijn verlangen.

Leren in Oeganda

De wereldkerk is de laatste decennia geweldig veranderd. In gebieden die vanuit het Westen eerder als missionair doel werden beschouwd, zijn vitale kerken ontstaan. Deze kerken zijn gelijkwaardige partners geworden in een mondiaal christendom. In grote delen van Afrika bloeit de kerk en draagt een steentje bij in het Koninkrijk van God.

Armoede

Vanuit TEAR reis ik met een aantal mensen uit Nederland mee naar Oeganda om daar te ontdekken hoe één van deze bloeiende (pinkster)kerken mensen helpt om de eigen levensomstandigheden te verbeteren. Daarvoor stimuleren ze mensen naar binnen te kijken om te ontdekken wat ze aan de eigen situatie kunnen veranderen. Dat levert soms verrassende mogelijkheden op.

Leren

Zonder hulp van buiten is het mogelijk om in Oeganda ‘vooruit’ te komen. Dat slaat aan, want ook in andere Afrikaanse landen worden deze ideeën gebruikt. Van buiten is veel ontwikkelingsgeld naar Afrika gegaan en dat leverde niet altijd het gewenste resultaat op. Deze kerk laat zien dat er meer in de mensen zit en dat juist daar mogelijkheden ontstaan. Ik ga kijken hoe ze dat doen. Het doel van deze reis is dan ook met name leren van de kerk daar. Later meer.

Bereiken we de onbereikten?

Er komt steeds meer aandacht voor onbereikte volken of zoals sommigen het noemen, de minst bereikte volken. Dat is een mooie ontwikkeling die wel een aantal uitdagingen kent. Immers deze onbereikte volken zijn niet voor niets nog steeds onbereikt. Ze zijn soms moeilijk toegangelijk, vrije evangelisatie is niet mogelijk of ze bevinden zich in politiek onrustige gebieden. Dat doet christenen nog al eens aarzelen om het leven op te geven in een comfortabele en luxe omgeving.

Stappen vooruit

Een aantal opmerkingen kunnen helpen om deze lastige stap vanuit andere perspectieven te bekijken.

  1. Samenwerking met lokale christenen moet prioriteit zijn. Ook als volgens de definitie een gebied nog onbereikt is, zou een beginnend werk onder een volk moeten aansluiten bij chirstenen binnen de eigen cultuur. Dat maakt het in de toekomst ook minder moeilijk om werk over te dragen.
  2. Zending is al een lange tijd niet meer van ‘The West to the Rest’. Kijk eens naar de verschuiving van het centrum van het christemdom via deze link. Partnerschappen met andere organisaties en denominaties zullen vaker gezocht moeten worden over grenzen heen. Dat gebeurt nu al, maar het kan nog meer toenemen. Missionair werk zal in toenemende mate multicultireel zijn en geleid worden vanuit niet-westerse landen en kerken (zie ook Handelingen 13:1-3).
  3. Financiële ondersteuning van missionair werkers moet minder gaan naar projecten in bereikte gebieden en meer naar werkers die willen werken in onbereikte delen van de wereld. Ook als resultaat uitblijft, zal volharding en dus ondersteuning nodig zijn. Bekijk eens deze video over de verdeling van de huidige missionaire ondersteuning. Dus: als de lokale kerk in staat is om te evangeliseren, zullen werkers van buiten niet nodig zijn. Het zal zelfs het functioneren van de lokale kerk ondermijnen als dat wel gebeurt. Wanneer christenen roeping ervaren om naar een land te gaan waar een aanzienlijk deel van de bevolking christen is, zal vaker vanuit de uitzendende gemeente vaker een ‘nee’ moeten klinken.
  4. Om op dat laatste aan te sluiten, moet er een verschuiven van missionaire prioroteiten over de hele breedte van het missionaire spectrum plaatsvinden. Dat moet ook langzaam gaan doorsijpelen naar werkers die roeping ervaren om ‘uit te gaan’. Dat zal de drempel hoger maken, maar meer mensen zullen dan van Jezus horen. En daar is het om begonnen.

Lokale gemeente binnen bereik?

Deze punten spelen zich al snel af op het mondiale vlak. Wat doet en kan een lokale gemeente daarmee? Ten eerste onder woorden brengen wat zending nu eigelijk is. Is alles wat binnen de kaders van het Koninkrijk van God worden gedaan zending? Dat lijkt mij niet het geval. Daarom zijn duidelijke criteria nodig. Ten tweede kan elke gemeente dit lokaal invullen door een missionaire missie en visie te definieren. Vanuit dit startpunt kan een gemeente een strategisch plan maken met de onbereikte volken op het vizier.

Afrikaanse kijk op Nederland

Afrikaanse spiegel

Godian Ejiogu kwam meer dan 25 jaar geleden vanuit Nigeria naar Nederland. Hij studeerde theologie en werkte daarna als pastor in de Rooms Katholieke Kerk in Amsterdam, Haarlem en Rotterdam. Door deze ervaringen raakte hij intensief betrokken bij de Nederlandse samenleving. Aan de ene kant is hij daar kritisch over, aan de andere kant ziet hij als Afrikaan ook een groot potentieel. Hij houdt in dit boek de Nederlandse kerk en de samenleving een spiegel voor. We zouden de kop in het zand steken als we daar niet naar luisteren en ervan willen leren.

Afrikaanse droom voor Nederland

Op de eerste pagina van het boek zet hij zijn droom voor ons land neer:

Ik droom van een samenleving waarin het besef van saamhorigheid, rechtvaardigheid en wederzijdse afhankelijkheid normatief zal zijn, zodat we koersen naar een vreedzame samenleving.

Ons land kan volgens Ejiogu een gidsland zijn en kan dus een voortrekkers rol vervullen in de wereld. In het boek ligt de focus op het samenleven van verschillende culturen binnen één land. Daarbij haalt Ejiogu veel verschillende thema’s voor het voetlicht die door de botsing van culturen merkbaar worden.

Ernstig racisme

Nederland is een land waar een groot aantal culturen samenleven. Stereotypen komen in grote mate voor. Mensen in het westen zien Friezen op een bepaalde manier of christenen krijgen snel een stempel opgedrukt, aldus Ejiogu. Tussen culturen levert dat in het ergste geval racisme op, zowel binnen als buiten de kerk, terwijl God elk mens toch naar Zijn beeld geschapen heeft. Christenen zijn mede verantwoordelijk voor het racisme als ze:

met een grote boog achteloos voorbijgaan aan verwonde naasten die aan de kant van de weg liggen te creperen (p. 119)

De voorbeelden en de eigen ervaring van Ejiogu komen ruim aan bod: kolonisatie, spanning tussen rijkdom en armoede of rechtvaardigheid. Volgens Ejiogu moeten we elkaar niet wegkijken, maar hebben we elkaar juist nodig. Dan kan er zelfs rijkdom aanwezig zijn in de armoede, een belangrijk thema in het boek. De punten die hij noemt zijn raak en verdienen het om dieper over na te denken. Dat is juist van belang omdat hier iemand spreekt met een nieuwe, frisse blik, zonder in cynisme te vervallen. Hij ziet kansen en de genoemde voorbeelden uit zijn pastorale werk laten dat ook zien. Ondanks het feit dan mensen in de huidige multiculurele samenleving vaak afstand nemen van elkaar is dus wel degelijk hoop.

Punten om mee te nemen

Punt die ik meeneem uit het boek is de rol van vergeving en de plaats van het Koninkrijk van God. Citaat over vergeving:

Vergeven is scheppen: wie vergeeft stopt de chaos, stop het kwaad en creëert een nieuw begin. Vergeven verbreekt de keten van oorzaak en gevolg; ze stopt de cirkel van kwaad en vergelding van kwaad. Vergeven is de moed om die cirkel te doorbreken en om te buigen naar een rechte lijn. In plaats van de monotone herhaling van het verleden wordt dan de waarachtige toekomst mogelijk (p 205).

Over Gods Koninkrijk zegt hij dat het de aarde en de wereld verandert en beïnvloedt. God is Koning en zorgt voor zijn onderdanen. Daarbinnen is iedereen gelijk en waardevol. Nog een citaat:

God is de hemelse koning en alle mensen zijn afstammelingen van God. Het koninkrijk van de aarde is door God gekoloniseerd en de koning van het volk op aarde vertegenwoordigt de helemelse koning. In die structuur is er geen onderdanigheid, want ieder mens heeft zijn taak en rol in de schepping (p 237).

Als dat zichtbaar wordt, zal er geen plaats zijn voor racisme. Dat is een mooie droom!

Punten van reflectie

Het boek kaart veel thema’s aan. Er wordt regelmatig van het ene na het andere thema gesprongen. Dat leest niet altijd even makkelijk. Zelf had ik met mijn westerse blik wel eens vragen bij de bijbelse uitleg.  Het zou ook kunnen zijn dat de Afrikaanse bril op dat vlak andere antwoorden geeft. Ondanks dat is het een waardevol boek met opmerkingen die er toe doen.

Preek pakt?

Bijna iedereen heeft de sketch gezien van Mr. Bean die tijdens een dienst in de kerk zit. Met veel moeite probeert hij de ogen op te houden en tijdens de preek wordt het hem uiteindelijk fataal. Hij valt in slaap. Een grap of parodie? Of een beeld van hoe een grote groep denkt over wat er in een kerk gebeurd?

Afgelopen dagen slaan Facebook, Twitter en andere media in het rood vanwege de gehouden preek tijdens de inzegeningsdienst van Harry en Meghan.  Trouw drukt de preek zelfs integraal af en noemde de preek het hoogtepunt van de hele ceremonie. De camera liet tijdens de dienst zo nu en dan lachende en knikkende mensen zien bij wie de boodschap blijkbaar overkwam. Niemand had last van vermoeidheid. Ik zag niets dat leek op de ervaringen van Bean.

Waar werd over gepreekt? De liefde van God en wat dan zou kunnen betekenen als die liefde iets meer zichtbaar zou worden in onze verscheurde en kapotgeschoten wereld. Voor iedere christen is dit gesneden koek, lijk mij. Niets nieuws onder de zon. Toch slaat de preek aan en krijgt van mensen binnen en buiten de kerk waardering. Waarom?

De voordracht heeft zeker meegespeeld. Bisschop Micheal Curry sprak bevlogen en liet een diepe indruk na.  Dat zal zeker hebben meegespeeld. Als luisteraar werd je meegenomen in ‘The power of love’. Wat mij opviel is dat Curry niet belerend of met een opgeheven vingertje sprak. Hij trok mensen in zijn verhaal. Liefde kan als snel een roze krans krijgen, maar dat was het geheel niet. Dat dat niet de ‘power of love’ is van Celine Dion mag duidelijk zijn. Het is de kracht om deze wereld iets mooier te maken door los te komen van ons eigengereide egoïsme. Het is de zelfopofferende liefde die Jezus het leven kostte. ,,Dat is de kern van de beweging die Jezus begon. Het is een beweging die eist dan mensen leven in die liefde”, zei Curry. Het lijkt in theorie zo simpel, waarom is het in de praktijk zo moeilijk? Maar als die liefde in praktijk wordt gebracht kan ze werken als een vuur dat vernieuwd.

Iedereen die deze toespraak hoorde, zal hebben geweten dat er is grondig mis is in de wereld. Grote beslissingen wordt niet gedaan op basis van opofferende liefde, maar meer op grond van eigenbelang en egoïsme die niet rekening houdt met God.  Dat is zonde. Misschien is dat wel de reden waarom deze preek aansloeg. Egoïsme moet veranderen in opofferende liefde. Zoals Jezus deed. Die praktijk is niet eens zo ver weg, daarom begrepen veel mensen wat dat hen te zeggen had.

Wat is kerk? (2)

Deze post werkt als een denkoefening. Beschouw wat volgt als hardop denken via een computerscherm. Ik bespreek de relatie traditie en gemeenschap op de biblebelt.

Ik begin met een statement. Traditie is waardevol zolang het het reformerende karakter van de kerk niet negatief beïnvloedt. Helaas blijkt dat kerken op de biblebelt door de kerkelijke traditie volledig verlamd zijn. Daardoor raakt men het contact met de maatschappij kwijt.

Wanneer we voor het gemak de ecclesiologie even ophangen aan de 3 b’s, dan kunnen we traditie makkelijk afzetten tegen het wezen van de kerk. De drie b’s zijn: boven, buiten, binnen. Boven: de kerk verheerlijkt God. Buiten: een kerk is missionair op diverse vlakken. Binnen: de kerk is georganiseerd als een gemeenschap. In deze korte post focus ik op de b van binnen en de b van buiten.

In een dorp als Scherpenzeel is de dorpse, sociale cohesie relatief sterk. Mensen kennen elkaar van verschillenden sociale activiteiten of men spreekt elkaar op straat. Een deel van deze cohesie vindt men ook terug in de kerken. Het leven buiten de kerk loopt in zekere zin over in het leven binnen de kerk (veel meer dan in stadse kerken). Maar wat gebeurt er als je geen deel uitmaakt van een specifiek netwerk? Het blijkt dat het voor nieuwe mensen van buiten het netwerk soms lastig is de sociale netwerken in de kerk binnen te komen. Een voorbeeld is de Alpha cursus. Na afloop van een Alpha cursus probeert men deelnemers aansluiting te laten vinden in de kerkelijke netwerken. Bij sommigen lukt dat, maar bij een aantal ook niet. Het lijkt erop dat in kerken de ‘buiten’ component maar een beperkte relatie heeft met de ‘binnen’ component. Wat wil dit zeggen?

  1. Mensen ervaren dat het ‘fijn’ is in de kerk, maar laten niet actief mensen ‘van buiten’ toe in het eigen netwerk. Degenen van ‘buiten’ moeten de meeste moeite doen om binnen te komen. Dat is niet eens altijd bewust, het zit gewoon niet in het kerkelijke DNA om zich open op te stellen.
  2. Er wordt wel Alpha gedaan (de ‘buiten’component), maar over het vervolg is te weinig of niet nagedacht (‘binnen’ component) vanuit de eigen context. Vanuit de leiding van de kerken wordt mijn inziens dan ook te weinig rekening gehouden met de de definitie van elke ‘b’ (1) en de relatie tussen de 3 b’s (2). Het gevolg is dat mensen afhaken. Ik probeer dat iets meer uit te leggen.

Er wordt nagedacht hoe men mensen van buiten kan laten integreren in de kerk. Er wordt geprobeerd de lijn die er is van ‘buiten’ naar ‘binnen’ te optimaliseren (2). Concreet betekent het dat mensen worden geholpen om zich in de kerk thuis te voelen. Daarmee wordt echter het werkelijke probleem niet opgelost. De ontvangende cultuur is niet aanwezig en daardoor verstaat men onder optimalisatie een vorm van organisatie. Een suggestie was het organiseren van een buddy-systeem, terwijl dat van nature in het DNA zou moeten zitten.

Er zal ook nagedacht moeten worden wat men verstaat onder ‘binnen’ (1). Het schort mijns inziens aan het wezen van de kerkelijke gemeenschap. De kerk functioneert in wezen niet als een geloofsgemeenschap waar samen het geloof wordt beleefd. Er is weinig interactie over geloofszaken. Het is erg lastig om het wezen van de kerk vanuit dit perspectief te veranderen. Mensen voelen zich niet thuis omdat de kerk goed georganiseerd is, maar omdat de kerk in de eerste plaats een warme gemeenschap die open is voor nieuwe mensen. In mijn optiek is niet georganiseerde gemeenschap nodig.

Ik denk dat een antwoord gevonden moet worden op deze vragen:

  1. Wat wordt onder gemeenschap verstaan?
  2. Op welke manier kan de gemeenschap toenemen zonder dat daar iets voor georganiseerd hoeft te worden?

Ik sluit af. De secularisatie slaat ook toe op de biblebelt. Het voelt nog redelijk goed, omdat er nog redelijk wat mensen naar de kerk gaan. Ik moet denken aan de kikker die in het langzaam wordende water wordt gekookt. Hij merkt er niets van totdat het te laat is. Soms lijkt dat ook van toepassing in deze kerken op de biblebelt.

Was Europa wel zo christelijk?

sagradafamilia_barcelona

Was Europa wel zo christelijk?

Achteromkijkend heeft de kerk in West-Europa decennia lang ‘secularisatie’ als een virus bestempeld dat lokale gemeenschappen tot in de kerkelijke kern infecteerde. Het virus verspreidde zich razendsnel en het gevolg was dat elk jaar een grote groep mensen de kerk verliet. De kerk zelf bewoog zich steeds meer naar de marge van de samenleving. Kerkelijke leidinggevende zaten daardoor met hun handen in het haar. Allerlei pogingen werden aan het einde van de vorige eeuw ondernomen om het tij te keren. Termen als gemeenteopbouw, gavengericht werken, gemeentegroei, of missionaire gemeente hoorden al snel tot het kerkelijk jargon. Maar het had niet de gewenste kentering tot gevolg. Bij sommigen werd een gelatenheid merkbaar. Had God Europa de rug toegekeerd? Dat vroeg met zich al in de jaren negentig af.

Joods-christelijke waarden

Europa kenmerkt zich volgens sommige hedendaagse politici door specifieke joods-christelijke waarden vanuit het verleden. Maar, laten we eerlijk zijn, was de ‘gewone man’ in Europa wel zo christelijk? Sommige godsdienstwetenschappers twijfelen daar sterk aan. Het christendom was bij een groot deel van de Europese bevolking een dun vernislaagje. Het oorspronkelijke heidendom was vaak nog steeds onderhuids aanwezig. Het is dan ook opvallend dat mensen die vandaag de dag de kerk verlaten vaak open staan voor allerlei spirituele of religieuze invloeden en zelfs ‘oude’ heidense gebruiken. Ze zeggen ‘nee’ tegen de kerk, maar omarmen religie in allerlei vormen.

De kleine kern

De groep die de kerk trouw blijft, heeft een geloof dat diepgaand het leven beïnvloed. Op deze mensen kan God de Heilige Geest de kerk bouwen. Ik ben dan ook optimistisch over de toekomst. Juist deze groep moet de Bijbelse verhalen vertellen aan de generaties waarvan de opa’s en oma’s de kerk al achter zich lieten. Christenen worden soms beschouwd als een exotisch verschijnsel, maar de weerstand tegen hen is ook minder dan voorheen. Discipelen van Jezus zijn in deze wereld wil zeggen: uitleven wat er binnenin je leeft en als christen present zijn in alle facetten van de maatschappij. Over geloof spreken mag weer. Wees daarom transparant over Wie je leven stuurt!

(is eerder verschenen in de Pionier van CAMA Zending).